De Rekenkamer Rotterdam is er niet langer op tegen dat wethouder Chantal Zeegers ruim dertigduizend particuliere huurwoningen meetelt als sociale huurwoning. De even geruisloze als opvallende koerswijziging van de Rekenkamer voltrok zich in februari nog voor de behandeling van Zeegers' Woonvisie in de gemeenteraadscommissie voor bouwen en wonen. Die stemde op 28 februari in grote lijnen in met de Woonvisie, die tot 2040 een leidraad voor het Rotterdamse woonbeleid moet zijn.

Lange tijd toonde de Rekenkamer zich fel tegenstander van het meetellen van die particuliere huurwoningen in het sociale segment. 'Vanwege de onbruikbaarheid van de beschikbare cijfers' was dat onmogelijk, aldus de Rekenkamer. Het Rotterdamse college kreeg aanvankelijk dan ook de dringende aanbeveling om dat niet te doen. Want een betrouwbare overheid moet geen onbetrouwbare cijfers geven, zo verkondigde directeur Marjolein van Asselt van de Rekenkamer menigmaal.

Na een gesprek, begin februari, met de wethouder veranderde Van Asselt van mening. Een verheugde Zeegers meldde dat in een wethoudersbrief op 13 februari aan de gemeenteraad.

Op 26 februari - dus twee dagen voor de raadscommissiebehandeling - bevestigde Van Asselt haar koerswijziging: "Zoals in de brief van het college beschreven concludeer ik inderdaad dat het college in de nieuwe concept-woonvisie in de geest van deze aanbeveling handelt".
Dat er in het verleden onduidelijkheid bestond over de omvang van de particuliere sociale huurvoorraad zou te wijten zijn geweest aan onderzoeksbureau ABF Research.

Van Asselt: "In de nieuwe concept-woonvisie berekent het college de omvang van de sociale particuliere voorraad namelijk niet meer op basis van de door ons als onbetrouwbaar gekwalificeerde cijfers van onderzoeksbureau ABF Research over sociale particuliere woningen. In plaats daarvan werkt het college met een nieuw schattingsmodel voor de 'potentiële omvang van de particuliere sociale huurvoorraad”, zoals het dit noemt".

Zeegers komt tot haar inschatting dat 10 procent van de ruim 320.000 Rotterdamse woningen in de categorie particulier sociaal hoort dankzij de gemeentelijke huurprijscalculator. Die is te vinden op internet. Op basis van de WOZ-waarde geeft deze huurprijscalculator een inschatting van wat de huur van woningen zou moeten zijn. En als deze onder de 880 euro liggen, dan telt Zeegers de woningen mee in de voorraad sociale particuliere huur. Omdat de juistheid en de betrouwbaarheid ervan niet zijn te controleren gebruikt Zeegers de term potentiële voorraad.

Op de vraag of de Rekenkamer zelf nog wel betrouwbaar is nu Van Asselt akkoord is gegaan met Zeegers' inschatting dat er 30.000 particuliere sociale huurwoningen in Rotterdam zouden staan, reageert de Rekenkamer uitvoerig. Zie onderaan https://kjonker.blogspot.com/2024/03/koerswijziging.html

Op een andere vraag - of de Rotterdamse regiogemeenten nu ook hun voorraad sociale huur moeten gaan vermeerderen met een zelf in te schatten aantal woningen van particuliere verhuurders - antwoordt de Rekenkamer niet.
Donderdag 14 maart bespreekt de gemeenteraad de Woonvisie.

Zie ook https://dagblad010.nl/Politiek/sociale-voorraad-van-corporaties-gedaald-naar-121781-